Artikel 373 van het wetsvoorstel (Wet Homologatie Onderhands Akkoord - WHOA) biedt in de eerste plaats de mogelijkheid om ook lopende overeenkomsten te herstructureren. Zowel de onderneming die wil herstructureren als de herstructureringsdeskundige (als die is aangewezen), hiervan gebruik maken. Bij deze bepaling kan het bijvoorbeeld gaan om een huur-/ of leaseovereenkomst die als een molensteen rond de nek van de onderneming hangt. De bepaling kan worden toegepast op alle type overeenkomsten, behalve op arbeidsovereenkomsten.
Daarnaast regelt dit artikel dat zogenoemde ‘ipso facto-clausules’ (bepalingen die regelen dat nadelige gevolgen in een contract worden geactiveerd bij insolventie) zonder gevolg blijven. De voorgestelde bepaling is nodig om te voorkomen dat waardevolle overeenkomsten als gevolg van de herstructurering verloren gaan. De wederpartij bij deze overeenkomsten heeft dan geen recht om zich aan de overeenkomst te onttrekken. Hij krijgt na de homologatie van het akkoord juist een debiteur die weer financieel gezond is.
De onderneming kan zijn wederpartij een voorstel doen tot wijziging of beëindiging van de overeenkomst, als onderdeel van het herstructureringsvoorstel. Als dit voorstel door de wederpartij wordt afgewezen, kan de onderneming de overeenkomst opzeggen. De opzegging is van kracht als en vanaf het moment dat de rechter het herstructureringsvoorstel verbindend verklaart (homologeert). De rechter heeft wel de mogelijkheid om een opzegtermijn aan de opzegging te verbinden, van maximaal drie maanden.
De wederpartij heeft wel het recht om de gederfde schade als gevolg van de voortijdige beëindiging van het contract als schadepost van de onderneming te vorderen. De onderneming die van het contract af wil, kan deze schadepost echter onder het herstructureringsvoorstel en bijvoorbeeld een percentage van die schade aanbieden. Zo kan relatief gunstig een contract worden beëindigd.
Joel Koolen
September 2019